Verpleegkundige

Als verpleegkundige verzorg en begeleid je patiënten tijdens hun verblijf in het ziekenhuis. Vaak doe je dat voor een afdeling met een bepaald specialisme. 

Als verpleegkundigen werk je op een afdeling met een een snijdend of beschouwend specialisme.

• Op snijdende afdelingen (bijvoorbeeld de chirurgie of orthopedie) liggen patiënten die geopereerd zijn of moeten worden, bijvoorbeeld omdat ze een nieuwe heup krijgen na een val of een dikke darmoperatie omdat een deel van de dikke darm niet goed functioneert.
• Op beschouwende afdelingen (bijvoorbeeld interne geneeskunde, neurologie of oncologie) liggen patiënten die een onderzoek, behandeling of therapie ondergaan, bijvoorbeeld patiënten met diabetes, Parkinson, een hersenbloeding of kanker.

Daarnaast zijn er patiënten die voor een dagbehandeling naar het ziekenhuis komen. Zij mogen na hun behandeling of onderzoek weer naar huis. Ook zijn er patiënten die via de Spoedeisende Hulp binnen komen. Zij moeten worden opgevangen en behandeld. 

Als verpleegkundige verzorg je dagelijks een vaste groep patiënten. Denk daarbij aan de dagelijkse wasbeurt, bloeddruk meten, injecties geven en wonden verzorgen. Ook het bedienen en bewaken van de apparatuur waarop de patiënt is aangesloten – zoals een infuus of hartbewakingsapparatuur – is een belangrijke taak van de verpleegkundige. Je hebt dus veel verantwoordelijkheden.

Tijdens je dienst ben je intensief betrokken bij de verzorging van een patiënt. Wordt een patiënt onverwacht zieker? Dan ben jij vaak de eerste die dat ziet en jij bent degene die zal moet inschatten of het nodig is om de hulp in te schakelen van een dokter. Ook is het belangrijk om de patiënt, familie en naasten goed voor te lichten en te begeleiden tijdens het verblijf in het ziekenhuis. 

Daarnaast maak je rapportages over de patiënt. Hierin leg je onder andere vast hoe het met de patiënt gaat en welke onderzoeken een patiënt heeft gehad. Zo’n rapportage is belangrijk, omdat de arts dit gebruikt bij de behandeling van de patiënt. Op basis hiervan bepaalt hij bijvoorbeeld welke en hoeveel medicijnen de patiënt krijgt. Maar de collega die jouw dienst overneemt gebruikt dit rapport ook, zodat hij op de hoogte is van de toestand van de patiënt.

Als verpleegkundige werk je intensief samen met je collega’s en met artsen. Jullie bespreken de toestand van de patiënt en de verdere behandeling. Je hebt ook te maken met diëtisten of fysiotherapeuten die op de afdeling komen om patiënten binnen hun vakgebied te behandelen en de ins en outs over een patiënt willen horen. Kortom: als verpleegkundige ben je op alle afdelingen het middelpunt in de zorg aan patiënten. Je kunt wel stellen dat je als verpleegkundige een belangrijke rol hebt!

Inmiddels heb je vast door dat je als verpleegkundige heel veel contact hebt met patiënten. Verzorgen, begeleiden, geruststellen, troosten, bewaken en informeren van patiënten: dit zijn allemaal taken van een verpleegkundige.

Een mbo-verpleegkundige wordt ook wel basisverpleegkundige genoemd. Je richt je hierbij vooral op de patiëntenzorg. Je plant en voert zelfstandig de zorg uit op basis van vaste richtlijnen.

Als hbo-verpleegkundige houdt je je, naast de patiëntenzorg, bezig met het ontwikkelen van richtlijnen waarbinnen het werk wordt uitgevoerd. Je doet bijvoorbeeld onderzoek en maakt verbeterplannen. Dit doe je om de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Je onderzoekt bijvoorbeeld hoe je het beste een open geïnfecteerde wond kunt spoelen: met kraanwater of met fysiologisch zout?